In het hart van Minkebe lopen een aantal bergruggen parallel met daartussen de Nouna en de Singh. Doorkruisen van het bos gaat het best als er "hoog" wordt gelopen, over een bergkam. Daar is het bos minder dicht en is de grond droger. Bovendien hebben bosolifanten daar hun eigen paden platgelopen, die je kunt volgen. Enige probleem is dat er geen water is. Daarvoor moet je afdalen naar een van de riviertjes. De kunst is dus om te overnachten op plaatsen waar je niet al te ver naar beneden hoeft voor water. Die plaatsen wist Mokambo wel. We hebben echter maar één keer op zo'n plek overnacht, bij la falaise ('de rots'). Mokambo had haast en we hebben de afstand uiteindelijk in 2 dagen gelopen.
We zijn een paar keer op poelen gestuit die veel door bosolifanten werden bezocht. Wat we hadden moeten doen (wat de opdracht voor TJ 2 is), is een aantal dagen op zo'n plaats blijven en om 5 uur in de morgen paraat zijn. Dan maak je kans op een ontmoeting met ze. Voorbij la falaise is er het mistbos, het soort bos dat je in de tropen boven ongeveer 1000 m hoogte vindt. Het licht is er fantastisch, het is er koeler en vooral stiller. De krekels hebben hier ingebonden. Het heeft een merkwaardige sfeer.
|